Welke soorten dakleer kunt u op uw dak (laten) branden?
Geloof het of niet, maar zelfs de dakdekkers met jarenlange ervaring in het branden van bitumen daken, maken onbedoeld fouten.
Er zijn verschillende soorten, merken en kleuren bitumendakbedekking verkrijgbaar, elk met hun eigen unieke eigenschappen en specifieke manier van verwerken. Kent u bijvoorbeeld het verschil tussen SBS gemodificeerde dakbedekking en APP gemodificeerde dakbanen?
De APP onderlaag heeft een verwekingstemperatuur nodig van ca. 155 graden. De APP toplaag heeft een verwekingstemperatuur nodig van 255 graden om de MEC laag te smelten. MEC staat voor Met Extra Coating, en zorgt voor een goede hechting. Bij SBS is dit 125 om 225 graden. Bij het branden op de onderlaag zal de MEC laag onvoldoende smelten en de onderlaag oververhit worden. Plooivorming van de onderlaag is dan het meest voorkomende gevolg.
Dakbedekking van APP-bitumen bestaat uit een combinatie van bitumen en een plastische kunststof: Atactisch PolyPropyleen (APP). Dat polymeer zorgt ervoor dat de bitumineuze dakbedekking zelfs bij extreme omgevingstemperaturen soepel blijft. Doordat de dakbedekking de eigenschappen van de kunststof overneemt, kan deze blootgesteld worden aan extreme omgevingstemperaturen. Dankzij de APP wordt het verwerkingspunt ā de temperatuur waarbij een stof overgaat van vaste naar vloeibare toestand ā verhoogd van 50 graden naar 140 Ć 150 graden. Bovendien wordt het membraan hierdoor uv-bestendig en heeft het een langere levensduur. SBS-bitumen is samengesteld uit elastomeer. SBS staat voor Styreen Butadieen Styreen, een synthetisch rubber dat de bitumineuze dakbanen een grotere elasticiteit geeft. Dankzij die soepelheid kunnen de dakbanen meebewegen en zitten ze de werking van onderliggende constructies, zoals isolatie, niet in de weg. Daarnaast hecht bitumineuze SBS-dakbedekking goed, waardoor de kans op lekken minimaal is. Bij SBS-bitumen moet minder kunststof worden toegevoegd voor een goede sterkte. Hierdoor is de dakrol minder uv-bestendig. Plaatsing is dus het beste in een iets koudere periode. Door de dakbedekking af te werken met ballastgrind of leislag, wordt voorkomen dat zonnestralen doordringen op het bitumen.
Bij een verticale stand van de brander-kop zal de vlam hoofdzakelijk op de onderlaag gericht zijn, waardoor de MEC op de toplaag niet voldoende zal smelten. Onvoldoende hechting tussen toplaag en onderlaag zijn daarvan het gevolg. Blazen en plooien zijn dan op termijn een veel gezien fenomeen. Er ontstaat dus niet voldoende hechting als u de brander verticaal naar beneden richt. Bij een juiste stand van de brander-kop, lichtjes gebogen richting de MEC laag zal de MEC laag smelten en kan de rol vooruit gerold worden. Voldoende bitumensmelt zorgt dan voor een goede hechting op de onderlaag.
Wilt u weten welke soort beste bij uw situatie past? Of meer tips over het branden van dakleer?